Theorieën over rouw
Theorieën over rouw
In ieder mensenleven komt verlies voor. Iedereen krijgt dan ook een keer te maken met rouw.
Over rouw is veel gedacht, onderzocht en geschreven. In de afgelopen 50 jaar zijn er verschillende theorieën en rouwmodellen ontwikkeld. Ze bouwen voort op elkaar, of hebben een nieuwe insteek.
Rouwfasen
Het begon met Elisabeth Kübler-Ross, die in de jaren ’70 rouw beschreef als een proces dat wordt afgerond in 5 fasen, met een duidelijk begin en einde, die je als rouwende een voor een doorloopt: eerst komt ontkenning, dan woede, daarna onderhandelen (‘Als ik hier weer bovenop kom, zal ik nooit meer...’), vervolgens depressie, en het eindigt met aanvaarding. Maar klopt dat wel?
Rouwtaken
Zo’n 20 jaar later kwam de Amerikaan William Worden met een rouwmodel dat bestaat uit een viertal taken. Deze rouwtaken kom je allemaal tegen, maar de volgorde ligt niet vast en ze kunnen ook tegelijkertijd aan bod zijn, terugkeren of voor een deel worden gedaan. De taken betreffen zowel de erkenning van het verlies als de manier waarop de rouwende het leven na dit verlies opnieuw inricht:
- onder ogen zien van het verlies, laten doordringen dat het werkelijk waar is
- ervaren van de pijn van het verlies, bijv. verdriet, angst, boosheid, schuldgevoelens
- zich aanpassen aan het leven zonder de ander: praktische dingen, je identiteit, toekomstbeelden
- de overledene emotioneel een plaats geven en verder gaan met het veranderde leven
Voor veel rouwenden is dit model heel herkenbaar.
Duaal proces
Nog weer later omschreef de Utrechtse wetenschapper Maggie Stroebe rouw als een proces met twee aandachtsgebieden: verlies en herstel. Volgens dit duale procesmodel komen deze beide kanten in slingerbewegingen aan bod. De rouwende is zowel gericht op het verdriet en het gemis als op het leven van alledag met alles wat daarin speelt. Het ene is niet beter dan het andere; het gaat om het evenwicht tussen beide kanten.
Integratief model
Begin deze eeuw ontwikkelde Johan Maes een integratief rouwmodel. Het uitgangspunt van dit model is dat verlies bij het leven hoort en bepalend is voor onze identiteit en levensloop. Verlies en rouw raken alle facetten van het bestaan. Naast emotionele pijn kan rouw zich ook uiten in lichamelijke klachten en in gedachten en vragen. De band met de overledene, de manier waarop die persoon is overleden, het karakter van de rouwende, de mate van steun van de sociale omgeving; het speelt allemaal mee. Rouw is een actief proces, waarin de rouwende op zoek gaat naar een nieuw evenwicht. Een verlies verandert de rouwende. Rouwen is een persoonlijk en uniek proces, waarvoor geen handleiding bestaat. Het ligt ook niet vast hoe lang een rouwproces duurt. Dat is iedere keer anders, net zoals geen vingerafdruk hetzelfde is.