...


Wensen, wetten en voorschriften met betrekking tot de uitvaart

De Wet op de Lijkbezorging kent twee soorten overledenen namelijk
art.2 lid 1: Lijk: het stoffelijk overschot van een overledene of doodgeborene.
art 2 lid 2: Doodgeborene: de na een zwangerschapsduur van tenminste vier en twintig weken ter wereld gekomen menselijke vrucht, welke na de geboorte geen enkel teken van levensverrichting heeft vertoond.

De uitvaart c.q. de lijkbezorging geschiedt volgens de wet op de lijkbezorging overeenkomstig de wens van de overledene , tenzij dat redelijkerwijs niet gevergd kan worden. Het doet er niet toe of deze wens blijkt uit gedane uitlatingen of levensbeschouwing, of dat op enigerlei wijze op schrift (testament, codicil) gezet is.

Dit betekent in de praktijk dat u de uitvaart op vrijwel elke wijze qua vervoer en uitvoering kunt laten plaatsvinden. Wel dienst u zich te houden aan de openbare orde, -zeden en de volksgezondheid. De uitvaart mag dus niet dienen om rellen uit te lokken en/of om -algemeen ervarend- kwetsend te zijn. Voor wat betreft de volksgezondheid moet u hierbij denken aan bijvoorbeeld besmettelijke ziekten ed.

Opmerking:
Veel nabestaanden blijken het zeer op prijs te stellen als de overledene het een en ander heeft vastgelegd met betrekking tot zijn/haar uitvaart. Bijvoorbeeld wel of niet bloemen, welke muziek, welke sprekers, begraven of cremeren en waar. Bij begraven wel of geen steen en wat voor soort of misschien zelfs een andersoortig grafmonument. Bij cremeren, verstrooien of bijzetten in columbarium of graf etc. etc.. Er is immers heel veel mogelijk. Misschien is dit lezen hierover een aanleiding om met uw nabestaanden te overleggen wat u zou willen bij uw uitvaart, en dat dan vast te leggen op papier middels een handgeschreven codicil of een testament bij de notaris.

Foetussen en baby's
In de Wet op de Lijkbezorging is (indirect) speciale aandacht besteed aan wanneer een foetus/baby wel of niet gecremeerd of begraven moet worden.
Volgens art. 2 lid 2 is :De wet op de Lijkbezorging van toepassing op:
Doodgeborene: (d.w.z.) de na een zwangerschapsduur van tenminste vier en twintig weken ter wereld gekomen menselijke vrucht, welke na de geboorte geen enkel teken van levensverrichting heeft vertoond.
Letterlijk betekent dit dat de Wet op de lijkbezorging dus niet van toepassing is op doodgeborene jonger dan 24 weken. In de praktijk kan het dus voorkomen dat doodgeborene jonger dan 24 weken bijvoor- beeld in het ziekenhuis met 'het medisch afval' worden meegegeven en verbrand.

Opmerking
: Deze wijze van het behandelen van dode foetussen/baby's als 'medisch afval' kan echter tot ernstige verstoringen van rouwprocessen leiden. Ouders en nabestaanden hebben dan veelal geen afscheid kunnen nemen. Ook ontbreekt het hen aan een plek waar men de overleden foetus/baby kan herdenken indien men dat wenste. Wij pleiten er dan ook sterk voor de overleden foetussen/baby's te behandelen als de 'gewone' overledenen in de Wet op de Lijkbezorging. D.w.z. overeenkomstig: art. 2 lid 1.