Relevant,
kwartaalblad van de NVVE (Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige
Euthanasie), nr. 3, 2003
Vaste rubrieken: brieven, vrijwilligers gezocht, relevante kwesties,
column, boeken, commentaar en diensten van de vereniging.
In het blad verder
een aantal artikelen waaronder:
Onderzoek euthanasiepraktijk in Nederland
Eind mei presenteerden Van der Wal en Van der Maas de nieuwste cijfers
omtrent de euthanasiepraktijk in Nederland. Een uitvoerig interview
met onderzoeker Gerrit van der Wal.
Kort
Met de vrijspraak van de NVVE-psycholoog Martine Cornelisse door de
rechtbank in Den Bosch is een einde gekomen aan een jarenlange juridische
strijd. Cornelisse was door het Openbare Ministerie gedagvaard voor
hulp bij zelfdoding.
Zaak-Muns
Wegens hulp bij zelfdoding werd consulent Willem Muns van
De Einder Noord veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf
van een half jaar wegens hulp bij zelfdoding van een zieke vrouw.
Muns:'Met dit vonnis wordt een flinke stap teruggezet.'
Volkskrant,
7 juli 2003, Doodsangst.
Theodore van Houten: De doodsangst om voortijdig te worden begraven
(de Volkskrant, 27 juni) is hier en daar nog springlevend. In Oostenrijk
kan men nog steeds testamentair vastleggen, dat een dokter de zogenaamde
'Herzstich' toedient. Componist Gustav Mahler, die in mei 1911 stierf,
liet een arts een houten pen door zijn hart drijven, 24 uur na het
overlijden. Dit meldde destijds een necrologie in een belangrijke
Weense krant. Het feit is aan Mahlers biografen ontsnapt. Het was
helemaal niets bijzonders.
Diverse
kranten, 8 juli 2003, Eigen
graf wordt duur en schaars.
Een eigen graf op een mooie kleine begraafplaats is voor
veel mensen niet meer haalbaar. Het
is te duur geworden. Bovendien moeten
steeds meer schilderachtige begraafplaatsen hun poorten sluiten omdat
ze vol raken. Wat overblijft, zijn graven op grote nieuwe kerkhoven
en algemene graven waarin het lijk maximaal tien jaar mag liggen.
Beheerders van verschillende
idyllische begraafplaatsen vrezen naar eigen zeggen nog
maar een paar jaar vooruit te kunnen. De grote generatie
welvarende naoorlogse babyboomers zal binnen nu en veertig jaar massaal
overlijden. Mensen met een vooruitziende blik proberen nu al mooie
plekjes te reserveren. Op een aantal begraafplaatsen is reserveren
echter niet meer mogelijk omdat de vraag groter is dan het aantal
beschikbare plaatsen.
De beheerders verwachten niet dat er landelijk gezien ooit een tekort
aan graven zal ontstaan.
Behalve schaars wordt het idyllische graf 'voor de eeuwigheid' prijzig
door milieu-, arbo- en welvaartseisen. Inmiddels kost een dergelijk
graf zo'n €3000 tegen €2300 tien jaar geleden. Een algemeen
graf kost momenteel gemiddeld €636. Dat graf wordt vaak
met onbekenden gedeeld en na tien jaar geruimd.
Diverse
kranten, 9 juli 2003, Ross: verschil tussen euthanasie
en versterven. Staatssecretaris Ross (Volksgezondheid) vindt
dat er medisch en juridisch een onderscheid is tussen euthanasie en
versterving. Daarmee neemt de bewindsvrouw afstand van de opvattingen
van voorzitter J de Wijkerslooth van het College van Procureurs Generaal
van het OM. In het blad Opportuun plaatste deze versterven, een patiënt
verdoven en geen voedsel en vocht meer toedienen, juridisch gelijk
aan euthanasie.
Diverse
kranten, 10 juli 2003. Daling van aantal lijkschouwingen.
Het aantal lijkschouwingen in ons land neemt af. Steeds minder nabestaanden
geven na overlijden van een dierbare toestemming tot een lijkopening
(obductie of autopsie). In 2000 werden 9059 lichamen onderzocht, tegen
bijna 10,500 in 1995.
Han van Krieken, patholoog van het Radboud in Nijmegen, noemt dit
zorgelijk omdat schouwingen nodig zijn om de kwaliteit van de zorg
te blijven garanderen. Het belangrijkste argument voor families om
een lijkopening toe te staan, is onduidelijkheid over de doodsoorzaak.
Volkskrant,
12 juli 2003. Een reuzengraf herrijst.
Eric Hendriks: Het vorstengraf van Oss, verreweg de grootste
grafheuvel van Nederland, ligt er weer. Je denkt niet onmiddellijk
aan een heuvel als je het vorstengraf van Oss nadert. De reconstructie
van de helft van het ronde graf, dat ooit 54 meter in doorsnee was.
Niet alleen de omvang maakte het Osse graf tot een klassieker in de
Nederlandse archeologie. Dat deden ook de voorwerpen die erin werden
gevonden, vooral de bronzen emmer en het omgekrulde, ijzeren zwaard
met het gouden beslag.
Grafheuvels werden al vanaf de Jonge Steentijd, pakweg vanaf 2800
voor Christus, op de Nederlandse zandgronden opgeworpen.
De kleine gemeenschappen die de heuvels maakten, deden dat op vaste
plaatsen, dikwijls velden waar al grafheuvels uit eerdere periodes
lagen. Tot in de 19de eeuw vormden ze opvallende plekken in het landschap,
waar het gewoonlijk niet pluis was omdat er allerlei boze geesten
huisden. Maar de uitbreiding van landbouw en woongebieden verwoestte
veel van die velden.
In de jaren dertig van de vorige eeuw moest hier de uitbreiding van
een woonwagenkamp worden gerealiseerd. Maar de grond was daarvoor
te heuvelachtig, dus moest het terrein - de graven dus - worden geëgaliseerd.
Bij deze werkzaamheden vonden grondwerkers in 1933 de giften in het
vorstengraf, behalve hel zwaard en de emmer onder meer twee paardenbitten
en vier messen. Ze verdwenen naar het Rijksmuseum van Oudheden in
Leiden. De heuvel werd niet bewaard: hij werd zo sterk vergraven dat
nader onderzoek eraan weinig zin meer had. Sterker nog: het vorstengraf
verdween van de kaart; niemand wist meer precies waar het lag.
Het jaar 1997 bracht succes. Bij het graven van proefsleuven werden
resten van de greppel gevonden die het graf ooit had omsloten. 'We
hadden het vorstengraf teruggevonden', zegt amateur-archeoloog Peter
van Nistelrooij, voorzitter van de stichting. 'Dolblij waren we '
De originele grafgiften van het vorstengraf zijn tot 18 augustus te
zien in het Jan Cunen Museum in Oss en gaan daarna terug naar Leiden.
|
Bezoek
de internetsite van:
|