Uitvaart, onafhankelijk vakblad voor het uitvaartwezen in België
en Nederland, nr.3. maart 2003. Thema:
Begraafplaatsen
In het blad de vaste rubrieken: Nieuws; eerste
boeddhistische
begraafplaats in Europa; verzekeraars als sponsor amusementsshow rond
de dood; LOB zoekt aansluiting bij Ombudsman Uitvaartwezen; nieuwe
uitvaartvakbeurs; Dood op 't web. Agenda.
Boekbesprekingen. Producten en diensten: Nieuwe
grafkisten Eco-line; rustgevend klankobject.
Estafettecolumn:
De ovenist door Sabine van 't Geloof.Column
cursief: 'Ware vriendschap' door H. Kok.
Column Recht: Lijken de resten van lijken op lijken: door
Mr. Frank Mutter. Verder een aantal hoofdartikelen waaronder:
'Wanneer gij mij roept...'
Erna Heijligers: Onmacht en hoop, ontreddering en geloof in de goede
bedoelingen van God lopen als een rode draad door al het werk van
Nel Benschop. Zij is al jaren de best verkopende en meest geciteerde
dichter van ons land.
Een kijkje in de kist, de controle op lijkhoezen
Frank Mutter: Het idee om de controle op hoezen op de begraafplaats
uit te voeren, ontmoet veel verzet. De grote uitvaartbedrijven geven
de voorkeur aan controle in het rouwcentrum.
Uitvaartwezen,
vakblad voor uitvaartprofessionals, nr. 3, april 2003
In het
tijdschrift: Agenda. Lokale
nieuwsflitsen. Verenigings-nieuws van de NUVU. ,
en een aantal hoofdartikelen waaronder:
Nazorg: een luisterend oor en een helpende hand
Jolanda Scholman: Nazorg in de uitvaartbranche. Bijna iedere onderneming
biedt wel een of andere variant van deze service aan. De vraag is
alleen welke. Want waar de een onder nazorg praktische dan wel emotionele
hulp aan nabestaanden verstaat, denkt de ander aan after sales. Een
poging tot omschrijving van deze serviceverlening.
En wie zorgt er voor de uitvaartmedewerker?
Sanna Jansen: In dit artikel wordt het begrip nazorg belicht vanuit
een ander perspectief. Niet dat van de nabestaanden, maar de uitvaartverzorger.
Want een overlijden als gevolg van zelfdoding, een auto-ongeluk of
brand kan traumatische gevolgen hebben voor diegene die een dergelijke
uitvaart moet regelen. Hoe is deze vorm van nazorg geregeld binnen
de branche?
Leeuwarder
Courant, 27 maart, 2003, Drachtstercompagnie krijgt klokkenstoel
In Drachtstercompagnie kan eind dit jaar weer een klok worden
geluid. Begrafenisvereniging De Laatste Eer en dorpsbelang hebben
een plan ontwikkeld om op de begraafplaats een 12 meter grote klokkenstoel
te bouwen. In 1972 is de hervormde kerk in het dorp afgebrand. Daarmee
verdween de klok in de kerktoren die werd geluid bij begrafenissen
en kerkdiensten. Inwoners van het dorp misten het klokgelui en klopten
aan bij dorpsbelang. Samen met de begrafenis-vereniging is er een
oplossing gevonden. Leerlingen van De Friese Poort in Drachten en
vrijwilligers uit het dorp zullen de klokkenstoel bouwen. De bouw
ervan kost € 25.000.
Volkskrant,
29 maart 2003, Expositie; Snijders van puisten
en lijk
Het snijwijf. Zo noemen we haar oneerbiedig als we het hebben
over patholoog-anatoom prof. Sam Ryan in de Engelse detectiveserie
Silent witness. Tegenwoordig kunnen we op tv de lijk-ontledingen volgen.
Maar in de Gouden Eeuw moest men zich behelpen met de anatomische
les in een Theatrum Anatomicum, in Leiden bijvoorbeeld. Daar werd
twee keer per jaar voor leken, tegen betaling, in een dood mens gesneden.
Afgeladen vol was het bij zo'n sessie.
Wie is geïnteresseerd in dergelijk werk kan in Museum Boerhaave
in Leiden de tentoonstelling Theater van Leven en Dood bekijken. Ze
geeft inzicht in de gezondheidszorg in de Gouden Eeuw. Aan zieken
en ziekten bestond in elk geval geen gebrek, in die tijd. De Tachtigjarige
Oorlog woedde nog in de eerste helft van de Gouden Eeuw, dus waren
er veel oorlogsinvaliden. Epidemieën heersten; huis- en bedrijfsongevallen
waren aan de orde van de dag. De gezondheidszorg in de 17de eeuw gaat
in Museum Boerhaave leven, omdat de bezoekers kunnen plaatsnemen in
het anatomisch theater, de chirurgijnwinkel bezoeken en bedstedes
in de ziekenzaal bekijken.
Museum
Boerhaave, Leiden: Theater van leven en dood - Gezondheid
en ziekte in de Gouden Eeuw
Di. t/m za. 10.00-17.00 uur, zo. 12.00-17.00 uur Tot en met 21 september
2003 Toegang tot museum € 3,50
Leeuwarder Courant, 29 maart 2003, Golven van staal voor naamloze
drenkelingen
Naamloze drenkelingen hebben in Sint Jacobiparochie een monument.
Gisteren werd het kunstwerk op het kerkhof bij de Groate Kerk in het
centrum van het dorp officieel ingewijd. Onder de genodigden ook kapitein
ter zee Kees Turnhout van de Koninklijke Marine en beeldend kunstenaar
Marco Goldenbeld.
Het monument is een eerbetoon aan alle zeelui die voor de kust van
Het Bildt zijn verdronken en aan de drenkelingen die in Sint Jabik
liggen begraven. Er speelden zich eertijds twee grote rampen af. Na
een storm in 1656 spoelden er 32 opvarenden van schepen aan. En 150
jaar later strandde er een marineschip met 41 opvarenden.
De stoffelijke resten van de drenkelingen werden tot 1875 op het kerkhof
begraven in de drenkelingenhoek. De kunstenaar verbeeldt met drie
opeenvolgende roestkleurige staalplaten de golvende zee. Uit iedere
plaat steekt een granieten steen; de boeg van een schip. De golven
zakken steeds iets verder de grond in; een verwijzing naar het begraven.
|
Bezoek
de internetsite van:
|