Uitvaartwezen, onafhankelijk vakblad voor de uitvaartbranche, nr. 1 &
2, januari/februari 2002
In het tijdschrift: Agenda. Lokale nieuwsflitsen.
Verenigingsnieuws van de NUVU. Productnieuws. Rubriek: Funeraire curiosa: De duif,
Portret; video en fotoreportages: Fred Paludanus, en een aantal hoofdartikelen
waaronder: Het
is moeilijk starten in uitvaartland Annette Rebel: Nieuwkomers
in de uitvaartbranche hebben het niet altijd even gemakkelijk. De concurrentie
is groot, evenals de argwaan van de gevestigde orde. Toch laat de hoeveelheid
uitvaartverzorgers
dat zich aanmeldt bij de Kamers van Koophandel een stijgende lijn zien. Starters
die een behoorlijke dosis doorzettingsvermogen nodig hebben om te slagen in de
branche. Want succes is allerminst verzekerd. Luxeoplossing
voor een luxeprobleem Francoise Zorge: Begraafplaats Oud Eik en Duinen
heeft een actuele oplossing bedacht voor haar overtollige ruimte. Er worden grotere
stukken grond uitgegeven voor bijzondere
graven. En dat sluit aan bij de toenemende vraag naar duurdere en bijzondere
graven. Op Oud Eik en Duinen wordt positief gereageerd op de Iuxeoplossing. Zowel
door beheerder als consument. Leeuwarder
Courant : 4 februari 2002, Kerk weigert na euthanasie
hulp bij uitvaart Jack
van Eekelen: De katholieke
kerk wil bij euthanasie niet meewerken aan een uitvaart. Bij actieve levensbeëindiging
moeten priesters afzien van het toedienen van de laatste sacramenten, oordeelt
bisschop Anton Hurkmans van Den Bosch.Vorige week overleed op 74-jarige leeftijd
zijn echtgenote Toos, met wie hij 45 jaar getrouwd was. Toos ging door een hel,
zegt haar man, ze leed aan de spierziekte MSA. Een tijd geleden gaf de voormalige
verpleegkundige te kennen een einde te willen aan haar leven,dat beheerst werd
door even ondraaglijk als uitzichtloos lijden. Echter de kapelaan van de parochie
weigerde mee te werken aan de uitvaart toe hij van de familie vernam dat er sprake
zou zijn van actieve levensbeïndiging. Verschillende
kranten : 4 februari 2002, Zien van overledene helpt bij verwerking ramp (GPD)
Familieleden van dodelijke slachtoffers van rampen zien het stoffelijk overschot
van hun dierbaren vaak niet meer, maar dat hoeft meestal helemaal niet zo te zijn.
Nabestaanden krijgen doorgaans goed bedoelde adviezen hun familielid niet meer
te bekijken of worden er zelfs van weerhouden de confrontatie aan te gaan zonder
dat daar een duidelijke reden voor is aan te geven. Met de instelling van een
landelijk team voor Postmortale Zorg, dat na grootschalige rampen kan worden ingezet,
hollen deskundigen meer aandacht te krijgen voor de verzorging van overledenen
na een ramp. Rob Vrenken, in het dagelijks leven medisch directeur van de Amsterdamse
GGD en een van de initiatiefnemers van het team, weet waar hij het over heeft.
Hij was nauw betrokken bij de Herculesramp, de ramp met de Dakota en de brand
in Volendam. „De slachtoffers van de Herculesramp heb ik stuk voor stuk onder
handen gehad, ze waren allemaal puntgaaf, want ze waren gestikt en niet verbrand.
Jonge mensen in een keurig uniform." „Toch kregen nabestaanden hen, vaak op advies
van uitvaartondernemers, niet meer te zien. Vanwege de geur of om welke reden
dan ook. Die mensen lopen daarom nog steeds met vragen over hun familielid rond.
Een technisch rechercheur die foto's heeft genomen van de gebeurtenissen rond
de ramp gaat daarom nog steeds familieleden langs om die te laten zien in de hoop
dat het zal helpen bij de rouwverwerking." Hans Heikoop, directeur van het mortuarium
op Schiphol en net als Vrenken betrokken bij een Team voor Postmortale Zorg (dat
op 14 februari officieel van start gaat), noemt de terughoudendheid van uitvaartondernemers
goed bedoeld maar onwenselijk, men moet niemand verbieden te kijken naar het stoffelijk
overschot van een familielid. We kunnen een verminkt lichaam dankzij hulpmiddelen
als schminken, hechten en liet aanbrengen van waspreparaten vaak heel goed restaureren."
„Maar zelfs als er verwondingen zichtbaar zijn, moet je liet aan de familie overlaten
te beslissen of ze hun dierbare of zelfs delen daarvan willen zien. Voor een buitenstaander
is dat zware letsel zo shockerend dat ze denken dat het beter is niet te kijken.
Maar familie kijkt vaak door de wonden van een overledene heen." Bewijzen dat
de confrontatie met een verminkte overledene psychische schade zou kunnen veroorzaken
bij nabestaanden zijn volgens Vrenken en Heikoop in de wetenschappelijke literatuur
niet te vinden. Het omgekeerde is wel het geval. Vrenken: „Het is net als bij
vermissingen. Niet voor niets wordt er zestig jaar na de Tweede Wereldoorlog nog
steeds gezocht naar vermiste RAF-piloten." Gooi-
en Eemlander: 5 februari 2002, 'Om hare deugd snood vermoord'. Dood Larense Mientje
de Leeuw na eeuw aan vergetelheid ontrukt Wim van Dijk en Torn Scherder:
'Om hare deugd snood vermoord', ver- meldt de grafsteen van Mina (Mientje) de
Leeuw op de RK- begraafplaats in Laren. Het is een eeuw geleden dat de zes- tienjarige
Larense in de Bussumse Kapelstraat bruut om het leven werd gebracht door de Bussumer
J. van der Heijsteeg. Voordien had de dader getracht haar aan te randen. Hij vermoordde
haar met een broodmes in café Wihelmina, Tegenwoordig De Pollepel geheten. De
moord hield de Gooise gemoederen wekenlang volop bezig. Vervolgens bleef het bijna
een eeuw lang stil. Hilversummer J. Ruijzendaal reconstrueerde de hele moord in
1987. Dat werd hem door de familie van de dader niet in dank afgenomen, weet Bep
de Boer, de kenner van de Larense historie. Hij heeft ook al sedert jaren een
verhaal over de gebeurtenissen klaar liggen, maar de familie van Mina de Leeuw
maakte al evenzeer bezwaren. Oktober vorig jaar kwam echter van die nazaten het
groene licht, zodat het drama in de loop van dit jaar te lezen zal zijn in het
blad van de Historische Kring. De dader wordt daarin nog steeds aangeduid als
Van der H., omdat de familie Van der Heijsteeg naar verluidt nog steeds niet blij
is met een publicalie, 'Een verschrikkelijk misdrijf zoals in deze streek gelukkig
nooit of hoogst zelden is voorgekomen', zo omschreef De Gooi- en Eemlander van
5 februari 1902 Leeuwarder
Courant : 8 februari 2002, Boekbespreking: Euthanasie
vooral voor welbespraakten bereikbaar Gerard
Akkerman: Verguisd en bewonderd. Het Nederlands euthanasiebeleid kent in het buitenland
felle tegenstanders die Nederland 'weerzinwekkend en losbandig' vinden. Voor anderen
is het juist een toonbeeld van tolerantie en medemenselijkheid. Vast staat dat
Nederland waar het euthanasie betreft uniek is in de wereld. Het was jarenlang
het enige land waar artsen op verzoek van de patiënt een einde aan het leven mogen
maken.Deze benadering heeft ook een nadeel, aldus Kennedy. Er wordt vanuit gegaan
dat iedereen mondig en welbespraakt genoeg is om zo'n gevoelig onderwerp als euthanasie
aan te kaarten en dan ook nog de arts te overtuigen. Kennedy vreest dat hierdoor
euthanasie eerder bereikbaar is voor de hoogopgeleiden en minder voor de zwakkeren
in de samenleving. Cijfers uit onderzoeken zouden dit ook aantonen doordat euthanasie
bij hoger opgeleiden vaker voorkomt. JAMES KENNEDY: Een weloverwogen dood.
Euthanasie in Nederland. Bert Bakker, Amsterdam; 248 blz., € 19,95. Verschillende
kranten: 8 februari 2002, Boekbespreking: Hier en daar een huilbui Roeland
Sprey: Er zijn wat traantjes geplengd Ie afgelopen jaren. Het massaverdriet bij
de dood van prinses Diana, de ingetogen woede .ia de dood van Meindert Tjoelker,
de verbijstering na de aanslagen van 11 september vorig jaar. Nederlanders zijn
de schaamte om emoties te tonen meer dan voorbij en grienen van harte mee met
hier en daar een huilbui.Beunders poneert de stelling dat de toenemende emotionalisering
een gevolg is van het feit dat de Nederlandse burger tot voor kort zijn emoties,
als hij die al uitte, toch vooral liefst binnenskamers hield. Daarnaast is de
samenleving waarvan die burger deel uitmaakt zelf ook diepgaand veranderd. Zo
drukken de media, in al hun verschijningsvormen, een steeds groter stempel op
de maatschappij en bepalen in toenemende mate de wijze waarop mensen met elkaar
omgaan. Verder noemt Beunders de multiculturele samenleving en de terugtredende
overheid als oorzaken waarom mensen elkaar anders benaderen. Beunders verloochent
zijn vak niet. Zijn boek over de drijfveren van de emotionaliteit is in de eerste
plaats een historische inventarisatie hoe Nederlanders door de jaren heen zijn
omgegaan met zaken als seksualiteit, ziekte, dood, woede en verdriet. HENRI
BEUNDERS: Publieke tranen; drijfveren van de emotiecultuur. Contact, Amsterdam;
paperback, 304 blz., € 23.95 | Bezoek
de internetsite van: |